Naar de huisarts. Eerste kruispunt en een auto van het witgeel kruis moest remmen dat de stukken gummi eraf vlogen. Gelukkig, dat ik daar voorzichtig ben ondanks mijn voorrang. Een paar straten verder moest ik even stoppen. Ik was razend nerveus, maar die nervositeit was niet voor mij. Die had ik opgepikt van die vliegende verpleegster. Het kan weer allemaal niet rap genoeg gaan. Even die energie laten zakken, terug centeren en weer op weg. Dan dacht ik nog even naar hoe de patiënten van die verpleegster zich moeten voelen als ze zo'n wervelende atoomcentrale in huis krijgen.
Bij de arts in de wachtkamer brulde de radio een hoop geveinsd optimisme uit, met tussendoor een schreeuwerig gejank. Net iets voor mensen met een knallende hoofdpijn. De jonge bediende daar had zo haar voorstellingen over hoe bruisend het leven zijn moest, en zieke mensen pasten daar niet zo in, geloof ik. Die met hoofdpijn moesten het maar verdragen.
Eindelijk naar huis. Mij krijg je vandaag niet meer buiten.